Zit jouw kind op de basisschool: Veel gestelde vragen

Wat als mijn kind (misschien) een andere school nodig heeft?

Soms vindt de school na het onderzoek naar de hulp die jouw kind nodig heeft, dat een andere school een betere plek is voor jouw kind. Dat kan bij het aanmelden zijn, maar ook als je kind al op school zit. De school zegt dan bijvoorbeeld dat het de extra hulp die jouw kind nodig heeft niet kan geven. Of de school denkt misschien dat een kleine rustigere klas een betere plek is voor jouw kind. Welke hulp jouw kind precies nodig heeft, moet in een ontwikkelingsperspectief (OPP) staan. Hierover overlegt de school altijd met jou. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?’.

In het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief staat dan dat je kind beter naar een andere school kan en waarom. Jij als ouder moet het ook eens zijn met het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief. Dat heet instemmingsrecht. De school gaat samen met jou op zoek naar de beste plek voor jouw kind. Je kind blijft ingeschreven op de school, tot er een andere school is, waar jij je kind hebt ingeschreven. Je kind moet naar school kunnen, tot je kind op een andere school staat ingeschreven De school heeft zorgplicht tot jij je kind aanmeldt op een andere school. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is zorgplicht?’.

Speciaal basisonderwijs (sbo) of speciaal onderwijs (so) kan de beste plek zijn. Of een basisschool die andere extra hulp kan geven. Als je kind naar speciaal (basis) onderwijs  gaat, moet de school een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen bij het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband beslist of je kind ‘toelaatbaar’ is tot het speciaal onderwijs. De nieuwe school beslist uiteindelijk of je kind wordt toegelaten. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)?’ en ‘Kan ik mijn kind zelf aanmelden bij een school voor speciaal (basis) onderwijs?’

De school waar je kind vandaan komt, moet informatie over je kind geven aan de nieuwe school. Die nieuwe school kan een andere reguliere school zijn, gespecialiseerd onderwijs of de middelbare school. De school geeft de informatie door het maken van een onderwijskundig rapport (OKR). In het onderwijskundig rapport staan vijf onderdelen met informatie. Deze onderdelen zijn:

  • Administratieve gegevens, zoals naam en geboortedatum
  • Leerresultaten en schooladvies
  • Sociale en emotionele ontwikkeling en gedrag
  • Informatie over begeleiding
  • Of je kind vaak niet op school is geweest

De school maakt het onderwijskundig rapport. Maar jij mag de school wel vragen om jouw opmerkingen erbij te zetten. Lees hierover meer bij de vraag ‘Met wie mag de school informatie over mijn kind bespreken?’.

Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs zijn niet hetzelfde. Het speciaal basisonderwijs valt onder dezelfde wet als de gewone basisschool. Wat de kinderen leren op het speciaal basisonderwijs is dan ook hetzelfde als op de basisschool. Het speciaal onderwijs valt onder een andere wet. Het speciaal onderwijs heeft dan ook andere leerdoelen (wat kinderen aan het eind van de schooltijd moeten kunnen).

Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen met lichte leerproblemen, zoals problemen met concentreren of met de motoriek. Het is bedoeld voor kinderen die méér extra hulp nodig hebben dan de basisschool kan geven. De klassen zijn meestal kleiner, zodat er minder prikkels zijn en er is méér extra hulp. De leerdoelen (wat kinderen aan het eind van de schooltijd moeten kunnen) zijn dezelfde als op een gewone school.

Het speciaal onderwijs is voor kinderen met zwaardere leerproblemen en/of problemen met hun gedrag. Bijvoorbeeld kinderen met een lichamelijke handicap, kinderen die niet goed kunnen horen of zien of kinderen met psychische problemen.

Vroeger werden scholen voor speciaal onderwijs ingedeeld in vier soorten. Die werden ‘clusters’ genoemd. Nu is dat niet meer zo. Maar toch worden die clusters soms nog zo genoemd. Daarom leggen we hier uit wat de verschillende clusters zijn.

 

ClusterSpecialisatie
Cluster 1Blinde of slechtziende kinderen (visueel gehandicapte leerlingen).
Cluster 2Dove en slechthorende kinderen. Ernstige taal- en spraakproblemen.
Cluster 3Lichamelijke handicap of verstandelijke beperking. Zeer moeilijk lerende, langdurig zieke kinderen of kinderen met epilepsie.
Cluster 4Kinderen met gedragsproblemen en psychiatrische problemen.

 

Voor cluster 3 en 4, bepaalt het samenwerkingsverband of je kind een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) krijgt. Cluster 1 en 2 hebben andere regels. Of je kind beter naar speciaal onderwijs of naar speciaal basisonderwijs (sbo) kan, moet duidelijk worden uit het ontwikkelingsperspectief (OPP). Dit plan wordt besproken met jou als ouder.

De school moet voor plaatsing op speciaal (basis) onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij het samenwerkingsverband. Als je het niet eens bent met de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring, of als je het niet eens bent met het besluit over de toelaatbaarheidsverklaring, kun je hiertegen in bezwaar via een bezwaarschriftprocedure. Het samenwerkingsverband kan een eigen (bezwaar)adviescommissie hebben. Of aangesloten zijn bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring. De adviescommissie brengt een advies uit aan het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband moet dan een beslissing nemen op het bezwaar. Er kan een wachtlijst zijn voor het speciaal (basis) onderwijs. Tot het moment dat je kind daar terecht kan, blijft de zorgplicht bij de school waar je kind vandaan komt en moet die school onderwijs blijven geven. Behalve als je kind al is ingeschreven bij de nieuwe school voor speciaal (basis) onderwijs. Dan heeft die school zorgplicht. Zo wordt ervoor gezorgd dat je kind altijd recht heeft op onderwijs.

Meer uitleg vind je bij de vragen: ‘Wat is zorgplicht?’, ‘Wat is een toelaatbaarheidsverklaring?’, ‘Wat is een samenwerkingsverband’ en ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief?’.

Als je kind naar speciaal (basis) onderwijs (s(b)o) gaat, vraagt de school waar je je kind hebt aangemeld een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aan bij het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband beslist of je kind toelaatbaar is voor het speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband moet advies vragen aan twee onafhankelijke deskundigen. Deskundigen zijn bijvoorbeeld een orthopedagoog of een psycholoog en een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, maatschappelijk werker of een arts. In de toelaatbaarheidsverklaring staat ook welke hulp en hoeveel hulp je kind nodig heeft. En waarvoor het samenwerkingsverband extra geld van de overheid krijgt om voor jouw kind passend onderwijs te regelen. Het schoolbestuur van de school voor speciaal (basis) onderwijs beslist vervolgens of de school je kind toelaat. Meestal heeft het schoolbestuur hiervoor een Commissie van Begeleiding. De school bekijkt goed of de hulp die je kind nodig heeft, past bij het onderwijs dat die school geeft. En of de school waar je kind nu op zit, nog iets extra’s kan doen.

Meestal zijn school en ouders het eens over de plaatsing op het speciaal onderwijs (so) of het speciaal basisonderwijs (sbo). Als je het niet eens bent met de aanvraag voor de toelaatbaarheidsverklaring (TLV), of als je het niet eens bent met het advies over de toelaatbaarheidsverklaring, kun je hier bezwaar tegen maken. Dat bezwaar (per brief of per mail) lever je in bij de bezwaarcommissie van het samenwerkingsverband. Of bij de landelijke bezwaaradviescommissie. De adviescommissie geeft daar een advies over aan het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband moet dan een beslissing nemen op het bezwaar.

Ja dat kan. Als de school, jij en je kind vinden dat dat het beste past. De school waar je kind nu op zit, kan je helpen om een school te vinden die de hulp kan geven die jouw kind nodig heeft. Iedere school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel waarin je kunt lezen welke hulp een school kan geven. Lees hierover meer bij de vragen ‘Wat is een schoolondersteuningsprofiel?’ en ‘Wat is een samenwerkingsverband?’.

Een gespecialiseerde school is vaak wat verder weg van jouw huis. Daarom kunnen kinderen die naar gespecialiseerd onderwijs gaan, vaak gebruikmaken van leerlingenvervoer. Jouw kind wordt dan thuis opgehaald en weer teruggebracht door een chauffeur met een busje of taxi. Leerlingenvervoer moet je aanvragen bij de gemeente.

Actualiteiten

Een interview met de Fritz Redlschool en het UMCU

De Fritz Redlschool staat naast het universitair medisch centrum Utrecht (UMCU) en is een school voor kinderen die behandeld worden op de afdeling Ontwikkeling in perspectief van dit ziekenhuis of andere GGZ-organisaties. Ook heeft de school plekken voor leerlingen die thuis en/of op school zijn vastgelopen. Kinderen zijn hier tijdelijk en stromen na een aantal maanden door naar een passende plek. 

Lees verder »

Vraag en antwoord over…

nl_NLNL